Siberian Husky Klub Nederland

De Siberian Husky is over het algemeen een gezond en vitaal ras met een gemiddelde levensverwachting van twaalf tot veertien jaar. Maar ook vijftien tot zeventien jaar is geen uitzondering. Hoewel de Siberian Husky wordt gerekend tot de gezondere hondenrassen, komen binnen het ras wel een aantal erfelijke oogaandoeningen voor. Omdat we als rasvereniging staan voor gezond gefokte honden, hebben we om die reden een Verenigingsfokreglement, waarin bijvoorbeeld staat dat fokdieren een jaarlijks ECVO-oogonderzoek onderzoek moeten ondergaan en dat het verplicht is om voor een eerste dekking ook de ICAA-oogonderzoek te laten uitvoeren. Honden met een erfelijke of chronische aandoening, zoals blindheid, doofheid, epilepsie, ernstige gebitsafwijkingen of cryptorchidie worden uitgesloten van fok. Heupdysplasie komt bij Siberian Husky’s met stamboom in Nederland weinig voor. Het advies luidt om pups uit een nest wel te laten controleren.

Oog-afwijkingen waarop een Siberian Husky wordt getest

Cataract
Cataract veroorzaakt vertroebeling van de ooglens met geleidelijk zichtverlies. Juveniele staar kan al op jonge leeftijd zichtbaar worden. Vroege detectie bij het verplichte ECVO-onderzoek is cruciaal; een lensoperatie kan het zicht vaak herstellen.
Progressieve retina-atrofie
PRA is zeldzaam, bij minder dan één op de honderd honden komt het voor, maar leidt onomkeerbaar tot blindheid. Er bestaat geen genezende behandeling. Voor sommige vormen bestaat DNA-onderzoek, maar dit dekt niet alle varianten bij de Siberian Husky. Het jaarlijkse ECVO-onderzoek is daarom onmisbaar.
Corneadystrofie
Corneadystrofie is een aandoening waarbij het hoornvlies vertroebelt, meestal zonder pijn en met beperkt effect op het zicht. Vaak is geen behandeling nodig.
Glaucoom
Corneadystrofie is een aandoening waarbij het hoornvlies vertroebelt, meestal zonder pijn en met beperkt effect op het zicht. Vaak is geen behandeling nodig.

Andere voorkomende aandoeningen

Zink-responsieve dermatosis
Deze aandoening komt in bepaalde lijnen regelmatiger voor dan gemiddeld. De exacte frequentie is onbekend, maar binnen het ras vaker voor dan bij andere hondenrassen. Door een gestoorde zinkopname ontstaan roodheid, schilfers en korsten rond bek, ogen en poten; haaruitval is ook mogelijk. Soms zijn voetzolen of kruisstreek betrokken. Jeuk en secundaire infecties komen geregeld voor. Levenslange zinksuppletie en optimalisatie van het dieet geven meestal goed herstel.
Cryptorchidie
Cryptorchidie is het niet indalen van één of beide testikels. Deze erfelijke afwijking verhoogt het risico op tumoren en hormonale problemen. Omdat de aanleg erfelijk is, worden reuen met cryptorchidie uitgesloten van fok.

Fokbeleid

Voor elk fokdier geldt dat een recente, geldige uitslag van de verplichte onderzoeken aanwezig moet zijn voordat gefokt wordt. Een DNA-gezondheidstest is een pré.

Erfelijke aandoeningen

Heupdysplasie
Heupdysplasie komt bij de Husky in enkele procenten van de populatie voor maar exacte cijfers ontbreken. Het heupgewricht ontwikkelt zich dan niet optimaal, wat pijn, kreupelheid en later artrose kan geven. Gewichtsbeheersing en fysiotherapie helpen bij milde vormen; in ernstige gevallen is chirurgie aangewezen. Voor de fok geldt dat alleen honden met goede heupuitslagen verantwoord ingezet worden, in lijn met het fokreglement.
Cataract
Cataract komt bij meerdere procenten van de Husky’s voor en veroorzaakt troebeling van de ooglens met geleidelijk zichtverlies. Juveniele staar kan al op jonge leeftijd zichtbaar worden. Vroege detectie bij het verplichte ECVO-onderzoek is cruciaal; een lensoperatie kan het zicht vaak herstellen. Fokdieren met cataract worden uitgesloten.
Progressieve retina-atrofie
PRA is zeldzaam, minder dan één op de honderd, maar leidt onomkeerbaar tot blindheid. Er bestaat geen genezende behandeling. Voor sommige vormen bestaat DNA-onderzoek, maar dit dekt niet alle varianten bij de Siberian Husky. Het jaarlijkse ECVO-onderzoek is daarom onmisbaar. Honden met PRA of bewezen dragerschap van een bekende mutatie worden niet ingezet voor fok.
Corneadystrofie
Corneadystrofie wordt bij een paar procent van de Husky’s gezien. Het hoornvlies vertroebelt, meestal zonder pijn en met beperkt effect op het zicht. Vaak is geen behandeling nodig. Bij vaststelling wordt het dier uitgesloten van fok.
Glaucoom
Glaucoom is zeldzaam in het ras, maar medisch urgent. De oogdruk stijgt, met pijn en risico op snelle blindheid. Directe behandeling met medicijnen of een operatie is noodzakelijk. Fokgebruik is uitgesloten.
Entropion en ectropion
Entropion (naar binnen krullende oogleden) en ectropion (naar buiten krullende oogleden) komen bij de Siberian Husky incidenteel voor. Ze kunnen irritatie, tranen en beschadiging van het hoornvlies veroorzaken. Correctie gebeurt meestal chirurgisch. Honden met deze aandoeningen worden uitgesloten van de fok.
Epilepsie
Epilepsie komt incidenteel voor, vermoedelijk minder dan één op de honderd maar exacte cijfers ontbreken. De aanvallen verschillen in ernst en vragen vaak om levenslange medicatie en controle. Honden die epilepsie hebben worden uitgesloten van de fok.
Hypothyreoïdie
Hypothyreoïdie wordt bij enkele procenten vastgesteld maar harde cijfers ontbreken. Door een tekort aan schildklierhormoon ontstaan sloomheid, gewichtstoename en huid- en vachtproblemen. Met dagelijkse medicatie is de prognose goed en kunnen honden doorgaans normaal leven. Bij erfelijke aanwijzingen geldt fokuitsluiting.
Zink-responsieve dermatosis
Deze huidaandoening komt in bepaalde lijnen regelmatiger voor dan gemiddeld. Exacte frequentie is onbekend, maar binnen het ras duidelijk herkend. Door een gestoorde zinkopname ontstaan roodheid, schilfers en korsten rond bek, ogen en poten; haaruitval is ook mogelijk. Soms zijn voetzolen of kruisstreek betrokken. Jeuk en secundaire infecties komen geregeld voor. Levenslange zinksuppletie en optimalisatie van het dieet geven meestal goed herstel. Honden met deze diagnose worden niet ingezet voor fok.
Auto-immuunziekten
Auto-immuun hemolytische anemie en auto-immuun thyroiditis zijn zeldzaam maar ernstig. Bij hemolytische anemie breekt het immuunsysteem rode bloedcellen af; bij thyroiditis raakt de schildklier ontstoken met gevolgschade. Behandeling is langdurig en intensief; fokuitsluiting is van toepassing.
Polyneuropathie en degeneratieve myelopathie
Beide zijn zeer zeldzaam. Bij de Siberian Husky is een erfelijke juveniele polyneuropathie beschreven, waarbij jonge honden spierzwakte en coördinatieverlies ontwikkelen. Degeneratieve myelopathie treedt doorgaans pas op oudere leeftijd op en veroorzaakt geleidelijke verlamming van de achterhand. Voor beide aandoeningen ontbreekt genezing; fysiotherapie en ondersteunende zorg verbeteren comfort. Fokgebruik is uitgesloten.
Patellaluxatie
Patellaluxatie is bij de Husky zeldzaam. Een loszittende knieschijf veroorzaakt kreupelheid of huppelend gangwerk. Behandeling varieert van fysiotherapie tot chirurgie. Aangetaste dieren worden niet ingezet voor fok.
Gebitsfouten
Bij de Siberian Husky komen gebitsfouten zoals overbijt en onderbijt voor. Een lichte afwijking hoeft het functioneren niet te belemmeren, maar bij ernstige afwijkingen kan normaal gebruik van het gebit bemoeilijkt worden. Dit kan leiden tot kauwproblemen, slijtage of ontstekingen. Ernstige gebitsafwijkingen worden uitgesloten van fok.
Cryptorchidie
Cryptorchidie is het niet indalen van één of beide testikels. Deze erfelijke afwijking verhoogt het risico op tumoren en hormonale problemen. Omdat de aanleg erfelijk is, worden reuen met cryptorchidie uitgesloten van fok.

Gezondheidsproblemen

Diabetes mellitus
Diabetes wordt relatief vaak bij Siberian Husky’s gezien, vooral bij teven, maar exacte cijfers ontbreken. Geschat wordt dat circa één tot twee procent van de populatie diabetes krijgt. Kenmerken zijn veel drinken en plassen, vermageren en sloomheid. Met dagelijkse insuline en aangepast dieet blijven veel honden jarenlang stabiel en actief. Voor de fok geldt uitsluiting.
Larynxverlamming
Larynxverlamming komt vooral op latere leeftijd voor. Heesheid, luidruchtige ademhaling en inspanningsintolerantie vallen op, zeker bij warmte. In ernstige gevallen is chirurgisch ingrijpen nodig. Aangetaste dieren worden niet gebruikt voor fok.
Congenitale hartafwijkingen
Hartafwijkingen zijn zeldzaam in het ras. Afhankelijk van type en ernst varieert de impact van weinig klachten tot invloed op levensduur. Medicatie of soms chirurgie kan het perspectief verbeteren. Vanuit zorgvuldig fokbeleid worden lijnen met hartproblemen vermeden.
Artrose en kruisbandletsel
Artrose ontstaat veelal op oudere leeftijd, zeker na eerdere gewrichtsbelasting of blessure. Voorste kruisbandletsel komt soms voor, meestal traumatisch. Pijnstilling, fysiotherapie, gewichtsbeheersing en zo nodig chirurgie verbeteren de levenskwaliteit. Dit zijn geen typische rasgebonden selectieve kenmerken, maar passen in algemene gezondheidszorg.
Maagkanteling (Gastric Dilatation Volvulus, GDV)
Door de diepe borstkas van de Husky bestaat er een risico op een maagkanteling. Dit is een acute, levensbedreigende situatie waarbij de maag draait en gasophoping optreedt. Snelle operatieve behandeling is noodzakelijk. Er is geen directe erfelijke aanleg vastgesteld, maar alertheid van eigenaren is belangrijk.
Groeipijn (Eosinofiele panostitis)
Panostitis, ook wel groeipijn genoemd, kan bij jonge Siberian Husky’s voorkomen. Het uit zich in wisselende kreupelheid van de poten en is meestal tijdelijk van aard. De aandoening verdwijnt vaak vanzelf naarmate de hond ouder wordt. Behandeling bestaat uit pijnstilling en rust.

Allergieën en voedingsgevoeligheden

Voedselallergie
Voedselallergie komt regelmatig voor. Honden reageren bijvoorbeeld op bepaalde dierlijke eiwitten of op granen. Klachten bestaan uit jeuk, oorontstekingen en maag-darmproblemen. Een eliminatiedieet en overschakelen op geschikte voeding geven meestal duidelijke verbetering. Ernstige gevallen worden uitgesloten van fok, zeker bij herhaalde klachten in de lijn.
Atopie
Atopie is een omgevingsallergie die door pollen, mijten of schimmels wordt getriggerd. Het komt geregeld voor en uit zich als chronische jeuk en huidontstekingen. Langdurige controle met medicatie, medicinale shampoos en soms immunotherapie is mogelijk. Erfelijke aanleg speelt mee, daarom is terughoudendheid in fok nodig.
Contactallergie
Contactallergie is minder frequent. De huid reageert lokaal op bepaalde stoffen, bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen of specifieke materialen. Vermijden van de prikkel en gerichte behandeling lossen het probleem meestal op. Omdat erfelijke aanleg hierbij zelden een hoofdrol speelt, gaat het primair om management; aanhoudende of recidiverende gevallen worden niet ingezet voor fok.

Fokbeleid

Voor elk fokdier geldt dat een recente, geldige uitslag van de verplichte onderzoeken aanwezig moet zijn. ECVO-oogonderzoek is jaarlijks verplicht. Heupdysplasie-onderzoek kan voor de zekerheid gedaan worden. Honden met erfelijke afwijkingen, blindheid, doofheid, epilepsie, ernstige gebitsafwijkingen, cryptorchidie of andere ernstige aandoeningen worden uitgesloten van fok. Buitenlandse reuen moeten aantoonbaar aan dezelfde regels voldoen. Zo blijven gezondheid en welzijn van de Siberian Husky structureel geborgd.